woensdag 17 september 2014

Het geheim van springbalsemien

HET GEHEIM VAN SPRINGBALSEMIEN

Ken je haar? Vast wel. Met haar grote, leeuwenbek-achtige kelken in vele tinten paars, tiert ze welig langs rivieroevers en bosbeken. De zoete lokgeur die ze verspreid is zo weeïg, dat je er bijna misselijk van wordt.

Ikzelf ontmoette springbalsemien voor het eerst toen ik verhuisde naar de polder. Jarenlang bekeek ik van een afstand haar schoonheid. Onwetend van het geheim dat ze in zich draagt.

Springbalsemien is een bloem vol verlangen. Een oersterk onstuitbaar verlangen naar creatie, naar het voortbrengen van nieuw leven, naar het in de wereld planten van haar potentieel en het delen van haar schoonheid. En springbalsemien doet dat niet zomaar.

Perioden van oorlog, droogte, hongersnood en andere tijden van schaarste en overleven, hebben deze pientere dame gedwongen om een uiterst gehaaid mechanisme te ontwikkelen voor de verspreiding van haar kostbare zaad. Dat werkt zo:

Als springbalsemien haar fase van bloei volbracht heeft, vormt zich op de plek van haar bloem een kegelvormige zaaddoos. In die kegel groeit een lange veer, strak opgerold als de tong van een kameleon. Helemaal binnenin dat rolletje zitten de kiempjes voor een nieuwe generatie, veilig verpakt in de vele lagen groen weefsel.

Naarmate de zaadjes en ook de veer groeien, raakt de zaaddoos voller en voller en neemt de innerlijke spanning toe. Wat het gevolg daarvan is, ontdekte ik enkele weken geleden. Als je namelijk knijpt in de vrucht, barst die open en springt het zaad van springbalsemien in het rond. Een wonderlijk gezicht. Het kind in mij vond dat bijzonder amusant en dus heb ik de afgelopen weken hier en daar heel wat potentiële springbalsemientjes de wereld in geholpen. De meeste vruchten waren weliswaar nog wat aan de dunne kant, maar als je maar hard genoeg kneep, gaf dat toch effect, soort van.

Tot ik vandaag de ware kracht van springbalsemien ontdekte. Want wie knijpt immers al die vruchten open? Niemand. En dat hoeft ook niet. Wat bleek? Als de vrucht écht dik is, als de spanning zich wérkelijk voldoende heeft kunnen opbouwen, dan hoef je er maar een tikje tegen te geven en PANG, met de kracht van een oerknal komt het zaad vrij, soms wel meters ver. De zachte aanraking van het kleinste insect is voldoende om het voortplantingsproces in gang te zetten. Mits de tijd er rijp voor is. Zo volmaakt is het leven, een perfect op elkaar afgestemd geheel waarin alles een eigen plaats en tijd heeft.

Al die keren dat ik met geweld een vrucht van springbalsemien open forceerde, verspreidde ik prematuur zaad, dat bovendien niet op de juiste plek terechtkwam omdat het mechanisme nog niet volgroeid was. Dat proces was onomkeerbaar. Springbalsemien kan maar één keer springen.

Dat deed me afvragen. Hoe vaak wil ik in mijn eigen creatieproces met geweld iets de wereld inschieten, dat er eigenlijk nog niet klaar voor is? En breder? Hoeveel ruimte geven mensen in deze snelle, resultaatgerichte maatschappij nog aan zichzelf en elkaar, om te groeien en bloeien in hun persoonlijke, natuurlijke tempo? Hoe hard wordt er geknepen in de vruchten van werk, opvoeding, onderwijs, persoonlijke ontwikkeling, relaties, seksualiteit. En hoe verhoudt zich dat tot de vele burnouts, depressies, verslavingen, overconsumptie, graaierij, intolerantie, agressie en geweld?

Voel je je persoonlijk aangesproken door het verhaal van springbalsemien? Rij dan één dezer dagen eens langs een rivier. Of wandel door een bos met sloten. Kijk naar haar uit. En als je haar ziet, tik dan eens tegen haar vruchten. Niet knijpen. Net zolang tikken, tot je er één vindt die klaar is om je haar geheim te openbaren. Voel deze kracht van pieken op het juiste moment. Voel het. En hoor welk geheim ze jou te vertellen heeft.

vrijdag 12 september 2014

Zuid Limburg in Zwart Wit

Zuid Limburg... langs kronkelweggetjes tussen de borsten van Moeder Aarde, onder het licht van de volle maan, gilden de steenuilen pal boven ons hoofd en overal om ons heen, terwijl zeldzame hazelmuisjes naast ons ritselden en knabbelden in het struweel. Even daarvoor had in de schemering nog een boommarter naar ons zitten kijken. Dat was allemaal niet vast te leggen. Sommige andere dingen wel.